Page Icon

Online metronoom

Nauwkeurige timing, muzikaal gevoel. Accenten, subdivisies, swing en tap‑tempo — allemaal in je browser.

120BPM
4/4
/
0%
Versleep de tussennoten voor een swingend gevoel (werkt het beste met achtsten).
80%
Accenten
1
2
3
4
Metronoom gestopt
Visuele tel
Trainer
Play
Mute
Wissel maten met klik en stilte af om je interne tijd te testen.

Wat is deze metronoom?

Een metronoom houdt een gelijkmatig tempo zodat je ritme en timing kunt oefenen. Deze draait volledig in je browser met de WebAudio‑API voor zeer nauwkeurige planning.

Pas accenten aan, kies subdivisies, voeg swing toe en gebruik tap‑tempo om exact de gewenste snelheid vast te leggen.

Hoe te gebruiken

  1. Stel de BPM in met de schuif, het getalveld of de tikknop.
  2. Kies een maatsoort en (optioneel) een subdivisie.
  3. Pas swing en accenten aan om het gevoel te vormen.
  4. Druk op Start om te beginnen en speel mee.
  5. Optioneel: Gebruik de Trainer — stel Count‑in‑maten in of wissel Play/Mute‑maten af met Gap‑click.
  6. Optioneel: Sla een preset op of deel je instelling via de Deel‑knop.

Opties uitgelegd

  • BPM: Slagen per minuut. Bereik 20–300.
  • Maatsoort: Kies slagen per maat (1–12) en de beat‑eenheid (2, 4 of 8).
  • Subdivisie: Voeg klikjes tussen de slagen toe: achtsten, triplets of zestienden.
  • Swing: Voegt een vertraging toe aan tussennoten (achtsten) voor een swingend groove.
  • Accenten: Stel het accent op de eerste tel en de sterkte per tel in.
  • Geluid: Kies tussen een zuivere klik, een woodblock‑achtige klik of een hi‑hat‑achtig geluid.
  • Volume: Algemeen volume.
  • Trainer: Oefenhulpmiddelen: Count‑in voegt maten toe voor het ritme; Gap‑click wisselt Play/Mute‑maten af om een sterk innerlijk gevoel te ontwikkelen.
  • Voorinstellingen: Sla benoemde instellingen op (tempo, maat, accenten, trainerinstellingen, enz.) in je browser op.
  • Delen: Kopieer een URL die alle huidige instellingen bewaart zodat jij (of anderen) exact dezelfde metronoom kunt openen.
  • Visuele tel: Een drum‑machine‑achtige visuele grid met een bewegende playhead. Klik op telvakjes om door de accentniveaus te schakelen.

Slagen, BPM en maten

Een tel is de regelmatige puls waarop je met je voet tikt. BPM (slagen per minuut) geeft aan hoe snel die pulsen zijn. Bij 120 BPM duurt elke tel 0,5 seconden; bij 60 BPM duurt elke tel 1 seconde.

Maten groeperen slagen volgens de maatsoort. Bijvoorbeeld: in 4/4 zitten vier slagen in een maat; in 3/4 zijn dat er drie. Het onderste getal (de beat‑eenheid) geeft aan welke nootwaarde één tel vertegenwoordigt: 4 is een kwartnoot, 8 is een achtste noot, enzovoort.

  • Duur van één tel: 60 / BPM × (4 ÷ beat‑eenheid)
  • Gebruikelijke bereik: Ballad 60–80 BPM, Pop/Rock 90–130 BPM, House 120–128 BPM, DnB 160–175 BPM
  • Tellen: 4/4 → ‘1 2 3 4’, 3/4 → ‘1 2 3’, 6/8 → ‘1 2 3 4 5 6’ (vaak gevoeld als twee groepen van 3)

Maatsoorten en gevoel

De maatsoort bepaalt waar sterke en zwakke slagen vallen. In 4/4 is tel 1 de downbeat (sterk), tel 3 is secundair; tellen 2 en 4 worden vaak geaccentueerd in pop en jazz (‘backbeat’). In 6/8 (een samengestelde maat) vormen drie achtsten één beat; de meeste muzikanten voelen twee grote beats per maat: ‘1-&-a 2-&-a’.

  • Eenvoudige maten: 2/4, 3/4, 4/4 (slagen delen zich in 2)
  • Samengestelde maten: 6/8, 9/8, 12/8 (slagen delen zich in 3)
  • Onregelmatige maten: 5/4, 7/8, 11/8 (gegroepeerde accenten, bijv. 7/8 als 2+2+3)

Subdivisies: achtsten, triplets, zestienden

Subdivisies splitsen elke tel in gelijke delen. Oefenen met subdivisies traint je innerlijke precisie en consistentie.

  • Achtsten: 2 per tel → tel ‘1 & 2 & 3 & 4 &’
  • Triplets: 3 per tel → tel ‘1‑trip‑let 2‑trip‑let …’
  • Zestienden: 4 per tel → tel ‘1 e & a 2 e & a …’

Gebruik de Subdivisie‑regelaar om kleinere pulsen tussen de slagen te horen. Begin met achtsten, probeer daarna triplets en zestienden. Streef ernaar je noten precies op (of consequent rond) deze interne klikjes te plaatsen.

Swing, shuffle en menselijk gevoel

Swing vertraagt de tussentel (achtste) zodat paren van achtsten als lang‑kort voelen. Een typische jazz‑swingverhouding ligt rond 60–65% (de tweede achtste wordt vertraagd). Shuffle is een sterkere vorm van swing — denk aan triplet‑gevoel waarbij de middelste triplet stil is.

  • Straight: tussentel valt halverwege tussen de slagen (50%)
  • Swing: tussentel valt later (bijv. 57–60%); instelbaar met de Swing‑regelaar
  • Shuffle: tussentel benadert de laatste triplet van een 3‑nootgroep

Oefen met schakelen tussen straight en swung feel op dezelfde BPM. Het is een krachtige manier om het groove‑gevoel te internaliseren zonder het tempo te veranderen.

Accenten en patronen

Accenten benadrukken belangrijke slagen en vormen de frasering. Deze metronoom laat je de downbeat accentueren en per‑telpatronen instellen: Uit, Normaal of Sterk. Downbeats en sterke accenten gebruiken een andere klankkleur zodat ze opvallen in een mix of rumoerige ruimte.

  • Downbeat‑accent: Benadruk tel 1 om je maatbewustzijn vast te leggen
  • Per‑telpatroon: Ontwerp aangepaste grooves (bijv. 7/8 als 2+2+3)
  • Subdivisievolume: subdiv‑klikjes zijn automatisch zachter om rommel te verminderen

Trainer: Count‑in en Gap‑click

Gebruik de Trainer om timingoefeningen op te bouwen. Begin met een count‑in en daag je timing daarna uit met stille maten.

  • Count‑in: Kies 0–4 maten met klikjes vóór de normale weergave (downbeats benadrukt, geen subdivisies).
  • Gap‑click: Herhaalbare cyclus van Play‑maten gevolgd door Mute‑maten (bijv. 2 play, 2 mute) om je interne puls te testen.

Tip: Begin met korte mute‑periodes bij matige tempi. Naarmate je verbetert, verleng je de mute‑fase of verhoog je de BPM.

Voorinstellingen en delen

Sla je favoriete instellingen op en haal ze direct terug. Voorinstellingen worden lokaal in je browser opgeslagen (geen account nodig).

  • Voorinstelling opslaan: Slaat de huidige configuratie op onder een naam.
  • Bijwerken: Sla opnieuw op met dezelfde naam om te overschrijven.
  • Verwijderen: Verwijder een voorinstelling uit je lijst.
  • Delen: Kopieert een URL met alle instellingen gecodeerd zodat iedereen dezelfde metronoom kan openen.

Visueel en interactie

De LED‑playhead en step‑grid weerspiegelen de timing‑motor. Het is ideaal voor stil oefenen en het leren van accenten.

  • LED‑rij: Markeert de huidige subdivisie met een groen lampje.
  • Step‑grid: Elke telkolom toont de accentsterkte; klik op een tel om te schakelen Uit → Normaal → Sterk.
  • Toegankelijkheid: Telvakjes zijn met het toetsenbord te focussen; gebruik Spatie/Enter om het accentniveau te wijzigen.

Geluiden, volume, tap‑tempo en haptiek

  • Geluid: Kies klik, houten blok of noise/hat; downbeats/sterke accenten gebruiken een helderdere variant
  • Volume: Stel het algemene niveau in; subdivisie‑tikjes worden automatisch zachter
  • Tap‑tempo: Tik meerdere keren om het tempo van het nummer vast te leggen
  • Haptiek: Op ondersteunde apparaten veroorzaken slagen een subtiele trilling—ideaal voor stil oefenen

Tip: Bescherm je gehoor. Houd het volume matig bij gebruik van koptelefoon en overweeg haptiek om audiovermoeidheid te verminderen.

Latentie, nauwkeurigheid en je apparaat

Deze metronoom gebruikt een precieze Web Audio‑scheduler (look‑ahead + schedule‑ahead) voor stabiele timing. Toch zijn je apparaat en uitvoerpad belangrijk.

  • Bluetooth‑koptelefoons: Verwacht extra vertraging; de timing is stabiel maar de klik komt later aan ten opzichte van je instrument
  • Energiebesparing / laag‑verbruikmodus: Kan timers beperken; schakel uit voor de beste timing
  • Veel tabs: Sluit zware pagina’s; houd de metronoom zichtbaar voor consistente planning

Oefenroutines die werken

  1. Subdivisie‑ladder: Begin met achtsten op een comfortabel BPM, daarna triplets en dan zestienden
  2. Tempo‑ladder: Speel een patroon 4 maten; verhoog de BPM met 2–4; herhaal 10–15 minuten
  3. Backbeat‑focus: In 4/4 klap of speel alleen op 2 en 4; behoud het groove‑gevoel
  4. Missing‑beat‑spel: Demp één tel in het patroon en raak hem stil; zet demping uit om je nauwkeurigheid te controleren
  5. Displacement: Verschuif je frase elke maat één subdivisie later; keer daarna netjes terug naar de downbeat
  6. Triplet‑controle: Zet de Subdivisie op triplets en oefen straight versus swung frases
  7. Onregelmatige maten: Probeer 5/8 (2+3) of 7/8 (2+2+3); stel bijpassende accentpatronen in
  8. Langzaam oefenen: Oefen moeilijke passages heel langzaam met zestienden aan; versnel geleidelijk

Veelgestelde vragen

Waarom hoor ik vertraging bij koptelefoon?

Bluetooth voegt latentie toe; gebruik bedrade koptelefoon of de luidsprekers van het apparaat voor het strakste gevoel. De interne timing blijft stabiel.

Beïnvloedt Swing triplets?

Swing past de tussentel‑achtsten aan. De triplet‑subdivisie deelt de tel al in drie gelijke delen.

Zal het wijzigen van instellingen tijdens playback de timing verstoren?

Nee. Wijzigingen in tempo, subdivisie en geluid worden direct toegepast. Aankomende ticks worden opnieuw gepland om bij de nieuwe instellingen te passen zonder te stoppen.

Hoe verschillen accenten?

Downbeats en sterke accenten zijn zowel luider als qua timbre helderder, zodat je ze direct herkent.

Woordenlijst

  • Downbeat: De eerste tel in een maat
  • Backbeat: Accentueringen op tellen 2 en 4 in 4/4
  • Subdivisie: Gelijke verdeling van de tel (bijv. achtsten, triplets)
  • Swing: Het vertragen van de tussentel om een lang‑kort gevoel te creëren